Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [28]Toen zond Amazia, de priester te Beth-el, tot Jerobeam, den koning van Israel, zeggende: Amos heeft een [29]verbintenis tegen u gemaakt, in het midden van het huis Israels; het land zal al zijn woorden niet kunnen [30]verdragen. 28. Als de profeet deze gezichten het volk had voorgedragen. 29. Ennbehoort dienvolgens [wil hij zeggen] als een samenzweerder gestraft te worden; voorts ook als een opreormaker, omdat hij in het openbaar voor al het volk tegen u profeteert. 30. Het volk [wil hij zeggen] zal tot oproer tegen u door hem verwekt worden. De staat van het land en het gezag des konings vereisen dan dat hierin voorzien worde. Hebr. vatten, houden.